BFOTO
BFOTO
Index Tractiematerieel Leasinglocs Trafiek Lijnen Documenten Bfoto Links

Bekijk de Lokfiche  Bekijk de Technische fiche  Bekijk de Foto




Inleiding

Na reeks 15 en reeks 16 wilde de NMBS een derde reeks meerspanningsloomotieven ontwikkelen ten gevolge van het ontstaan van modernere technieken en, tegelijk, de opkomst van de noodzaak hiervan door het steeds langer wordende treinen. Uiteindelijk koos de NMBS een goedkopere optie dan de op dat moment in ontwikkeling zijnde reeks 17 (die er dus niet kwam), namelijk een zestal locomotieven die identiek waren aan de SNCF serie 40100. De 1801-1806 waren bedoeld voor de zwaarste treinen naar Parijs en tevens voor uitbreiding van het park nu ook tussen Parijs en Keulen via Luik elektrische reizigerstreinen gingen rijden. De 18's waren óók bedoeld voor de zwaarste treinen op de andere verbindingen waar meersysteemlocs reden. De imposante locs konden met gemak treinen van gemiddeld 800 ton (16 rijtuigen) trekken, haalden 180 km/u en waren de langste locs van de NMBS: ruim 22 meter! Alleen de stelplaats van Kinkempois was geoutilleerd deze locs te onderhouden. In de jaren tachtig werden de 18's samen met de SNCF serie 40100 en reeks 15 in één omloop ingezet, waarmee hun inzet zich vooral beperkte tot de beide verbindingen op Parijs. De locs reeks 18 werden in dienst gesteld in het zilvergrijs met een blauwe band, later werd dit (op een kleurproef met veel geel na) gewijzigd in een gele en een blauwe band.

Buitendienststelling

In 1996 toen steeds meer TGV's de oude EC's gingen vervangen, kwam er stilletjesaan een einde aan de glorieperiode van de meerspanningslocomotieven. In dezelfde periode nam het aantal diensten op de lijn Oostende-Brussel ook af door de komst van nieuw materieel, totdat ook hier de TGV de laatste traditionele treinen verdreef. Voor de locs was er dus steeds minder emplooi, wat ook wel een beetje goed uitkwam gezien de hoge defectenstand bij de natuurlijk steeds ouder wordende, zeer kostbaar in onderhoud zijnde locs. De peperdure reeks 18, niet vrij van problemen, moest het als eerste ontzien van de eerste generatie meerspanningslocomotieven en werd, kort na de SNCF-zusters, eind jaren negentig aan de kant gezet.

Ondanks hun officiële buitendienststelling bleef er 1 18 tot einde 2004 achter de schermen voor de NMBS werken. De 1801 werd in Salzinnes gebruikt om voeding te geven aan te reviseren rijtuigen onder 25kV bovenleiding.

Het vermelden waard zijn ook de 1803 en 1806. Deze werde door Rails et Traction in Raeren op het laatste moment gered van de sloop in 2005 en overgebracht naar Raeren om te worden omgebouwd tot werklocomotief om onder andere speno-treinen te trekken. Beide locomotieven bleken uiteindelijk niet geschikt voor een ombouw en belandden jarenlang op een zijspoor in Raeren. Het duurde tot eind 2011 vooraleer er terug interesse in hen was. Een Tsjechisch spoorbedrijf heeft de locomotieven overgekocht om ze alsnog om te vormen tot werkloc. Op 7 oktober 2011 verlieten de 1803 en 1806 België.

Bewaarde exemplaren

 
Nr Eigenaar Standplaats Opmerkingen
 
1805 TSP Saint-Ghislain


Het is verboden om de volledige tekst van deze pagina te publiceren zonder toestemming van de rechthebbende