Inleiding
Medio jaren zestig, de laatste jaren van de stoomtractie, resteerden vooral nog veel kleine stoomlocs in de rangeerdiensten. Om hier de verdieseling ook definitief uit te voeren, zocht men naar een nieuw type rangeerloc. Hierbij werd voortborduurt op de ervaringen met het Duitse ontwerp van het type 260 (reeks 80) en de nimmer succesvolle Cockerill-protoserie 261 (reeks 81). De nieuwe loc zou weer vertrouwd Belgisch moeten worden.
In eerste instantie werden negentig machines besteld, verdeeld over 35 stuks van het type 273 en 55 van het lichtere (maar verder identieke) type 262. Begin jaren zeventig werd een tweede serie besteld van veertig locs type 273 en twintig type 262. Deze kwamen inmiddels in dienst onder het viercijferig nummersysteem: 7336-7375 en 8256-8275. In tegenstelling tot het eerste lot werden deze locs allemaal gebouwd bij BN en niet bij ABR, zoals alle 262's en tien van de 273's van de eerste negentig. Tevens kwamen de locomotieven gelijk al in de nieuwe Z-schildering in dienst. De bestelling werd korte tijd later uitgebreid met nog eens twintig 73'ers (7376-7395), welke gebouwd werden door Cockerill, CFC Familleureux en La Brugeoise en net als de tweede bouwschijf reeks 82 voorzien was van mogelijkheden tot multiple schakeling. Tenslotte werd nog een vierde bouwserie besteld van tien locs, gebouwd weer door BN, welke bedoeld waren als 7396-7405, maar uiteindelijk door enige modificaties ingedeeld werden als reeks 74 (7401-7410). Ze waren voorzien van mogelijkheden tot multiple schakeling, van grondradio (radiobesturing vanuit de seinposten van Antwerpen Noord) en acht van de tien werden aangepast om in koe-kalfcombinatie te rijden in de heuvel- en sleepdiensten van Antwerpen. Vier van hen werden 'meester' en vier 'slaaf'.
Inzet
De eerste 273's kwamen in dienst in Monceau en werden onder andere ingezet vanuit Walcourt om de lijnen in het gebied van Henegouwen dat beter bekend staat als 'het gebied tussen Sambre en Meuse'. De tweede serie kwam ook in dienst in Kinkempois en Merelbeke. De derde serie tenslotte ging aanvankelijk naar dezelfde stelplaatsen, maar kwamen uiteindelijk in Merelbeke en Antwerpen terecht. Ook Haine St. Pierre (tijdelijk), Stockem en Hasselt kregen later overgeplaatste 73'ers. De locs van Monceau zijn inmiddels verhuisd naar Charleroi.
Aanpassingen
De 7376-7395 zijn geschikt om in multipleschakeling te rijden. In het kader van plannen om de automatische koppeling standaard te maken werden de 7336, 7357, 7365, 7371, 7373 en 7375 voorzien van een BSI-koppeling. De 7340 is ook voorzien van aanpassingen om een sneeuwruimer te monteren, hetgeen overigens de laatste jaren zelden nodig is geweest (zeker sinds de Vennbahn zelden nog bereden wordt). De 7317 en 7320 zijn voorzien van een nieuwe motor. Alle locomotieven werden in de jaren negentig voorzien van radiografische besturing. Enkele locs van de stelplaats Antwerpen zijn voorzien van oranje zwaailichten voor een betere zichtbaarheid.
Buitendienststelling
Met de instroom van meer locs reeks 77 kon de afvoer van de eerste exemplaren niet uitblijven. Het betreft vooralsnog de locs van de eerste,
aanmerkelijk oudere, bouwschijf reeks 73. Gebruikelijk betroffen de eerste schrappingen locs die al enige tijd buiten dienst stonden met zware
defecten of schade en zo verdwenen in de loop van 2003 reeds zeven locs van het toneel, op het einde van het jaar gevolgd door nog eens veertien.
In december 2004 werden de resterende locomotieven van de eerste bouwreeks aan de kant geschoven, 16 locomotieven uit de andere bouwreeksen
werden voorlopig in park geplaatst. Met deze grote buitendienststelling werden hun diensten in Vlaanderen tot het minimum beperkt. Een groot
deel van de reeks was inmiddels overgeplaatst naar Charleroi en deed vooral dienst rond Monceau en Tournai.
De jaren hierna werden de locomotieven meermaals van stelplaats gewisseld, en meerdere slechtere exemplaren werden uit dienst genomen waarbij
een locomotief in park deze voorgaande verving. In 2008 ging het plots zeer snel, doorheen het jaar werden grote aantallen 73'ers aan de kant
geschoven. De reeks kende enkel nog een kleine inzet rond Monceau en rond Mons (met sattelietdienst naar Lessines!). Een aantal 73'ers
overleefden de jaarwisseling, maar een van de weinige 73'ers die in praktijk bleef reden was het exemplaar dat de autotrein verzekerde
tussen Lessines en Ghislenghien. Op 26/06/2009 reed de 7392 als laatste 73 in commerciële dienst deze trein.
Tweede leven
Van reeks 73 zijn er 8 locomotieven overgegaan naar Infrabel. De 7340 behield zijn sneeuwruimers en wordt iedere winter stand-by gehouden
om de sporen sneeuwvrij te houden.
Nog eens 8 73'ers zijn verkocht aan last-mile operator RRF in Nederland, deze locomotieven hebben toelating om te rijden op het Nederlands
net. Ook spoorbouwer Gleisfrei uit Italië heeft enkele exemplaren gekocht.
Bewaarde exemplaren
Nr | Eigenaar | Standplaats | Opmerkingen |
7304 | CFV3V | Treignes | |
7305 | TSP | Spontin | |
7309 | Train 1900 | Fond-de-Gras [LU] | |
7324 | TSP | Saint-Ghislain | |
7325 | TSP | Saint-Ghislain | |
7351 | Privé | Seraing | Uitgerust met bewakingscamera's |
7384 | TSP | Ciney |
© Sicco Dierdorp
Het is verboden om de volledige tekst van deze pagina te publiceren zonder toestemming van de rechthebbende