Inleiding
Lijn 25 , tussen Brussel en Antwerpen, was de eerste geëlectrificeerde lijn in België. Hiertoe kwamen er twaalf sierlijke elektrische treinstellen in dienst met vier rijtuigen (later werd een deel nog verlengd). Toen ook de voor het lokale verkeer gebruikte lijn 27 tussen de twee steden werd geëlektrificeerd, bouwde men acht nieuwe tweedelige treinstellen. Zij waren een versoberde uitvoering van het materieel 1935 en leken erg op de rijtuigen type M1. Ze kwamen aanvankelijk in dienst in 1939 onder de nummers 13-20, opeenvolgend aan de eerste twaalf elektrische stellen. In 1953 werden de elektrische treinstellen opgenomen in het nieuwe nummersysteem. De tweetjes werden genummerd als type 228: de 13-20 werden 228.001-228.008. Op 1 januari 1971 werden de stellen voorzien van de nieuwe NMBS-nummering, wat in praktijk niet meer inhield dat de eerste cijfergroep verviel. De serie werd dus 001-008.
De stellen met hoge instap (type 39 - 53) waren hun hele loopbaan opvallend aanwezig op de as Essen-Antwerpen-Brussel-Charleroi, waar ze de stoptreindienst uitvoerden. Ze waren ook toegelaten in Nederland, om in praktijk defecte Beneluxtreinen te kunnen vervangen tot Roosendaal. De afwijkende en verouderde stellen 001-008 werden wel al in een redelijk vroeg stadium aan de kant gezet: de 008 in 1973 al, de 007 in 1975 en de overige zes in 1978.
Bewaarde exemplaren
Nr | Eigenaar | Standplaats | Opmerkingen |
002 | TSP | Saint-Ghislain | Postel eerste generatie |
12 | NMBS | Schaarbeek |
© Sicco Dierdorp
Het is verboden om de volledige tekst van deze pagina te publiceren zonder toestemming van de rechthebbende