Inleiding
Treinstel 21 was een proefstel dat in dezelfde periode werd ontworpen als materieel 1935 en 1939. Het stel was quasi identiek aan materieel 1939, maar had een andere indeling wat ten goede kwam aan het aantal zitplaatsen. Het stel had bovendien ook een doorloopverbinding. Hoewel het stel eind jaren dertig werd ontworpen, is het pas na WOII geleverd geweest. Dankzij de ervaringen die men opdeed met dit stel, werd later type 50 besteld. In 1953 werden de elektrische treinstellen opgenomen in het nieuwe nummersysteem. De tweetjes werden genummerd als type 228: de 21 werd 228.009. Op 1 januari 1971 werden de stellen voorzien van de nieuwe NMBS-nummering, wat in praktijk niet meer inhield dat de eerste cijfergroep verviel. De nieuwe nummer werd dus 009.
De stellen met hoge instap (type 39 - 53) waren hun hele loopbaan opvallend aanwezig op de as Essen-Antwerpen-Brussel-Charleroi, waar ze de
stoptreindienst uitvoerden. Ze waren ook toegelaten in Nederland, om in praktijk defecte Beneluxtreinen te kunnen vervangen tot Roosendaal.
Het afwijkende en verouderde stel 009 werd reeds in een redelijk vroeg stadium aan de kant gezet: 1978.
© Sicco Dierdorp
Het is verboden om de volledige tekst van deze pagina te publiceren zonder toestemming van de rechthebbende