|
|
Inleiding
De vier typen protolocomotieven die begin jaren zestig werden besteld om op korte termijn een vervanger te vinden voor de stoomlocs op secundaire lijnen, waren verdeeld in twee dieselelektrische en twee dieselhydraulische types. Met de hydraulische varianten is het nooit wat geworden: de 213 kwam te laat en de zes locomotieven type 211 heeft door zijn betrouwbaarheid wellicht - in negatieve zin - een cruciale rul gespeeld in de beslissing voor de dieselelektrische typen 210 en 212.
De door ABR met Cockerill motor (en met hydraulische Voith-overbrenging) gebouwde 211.001-211.006 kwamen in 1962 in dienst vanuit Schaarbeek, van waaruit ook proefgereden werd met de andere protoypen. De locomotief was een nieuw ontwerp, in de verte afgeleid van de locomotieven reeksen 200 (later reeks 51) en 210 (de proto's reeks 60). De locomotief kreeg dezelfde Cockerill motor als later de typen 210 en 210.1 (reeksen 60 en 61), en het ontwerp van de serielevering van deze twee reeksen werd weer afgeleid van de proto's serie 211.
Al meteen werd duidelijk dat de 211 structurele en hardnekkige defecten vertoonde, en zodoende werd besloten verder te gaan met de dieselelektrische tractievorm. Het type 211 bleef echter wel in dienst en werd in 1966 overgeplaatst naar Hasselt om daar in een omloop ingezet te worden met de andere hydraulische proto - de overigens wel tamelijk succesvolle 213 (reeks 65). Vanuit Hasselt reed de 211 in de lichte reizigersdienst naar plaatsen als Mol, Neerpelt, Genk, Aarschot, Tongeren, maar ook naar bij voorbeeld Antwerpen, Leuven en Luik. In de lichte goederendienst werden eveneens de lijnen in Limburg en de Kempen bereden.
In 1971 werd de serie 6401-6406, in die tijd werd ook de groengele schildering op alle locs aangepast ten nadele van de originele schildering met twee gele banden. In 1981 werd de 6404 voor onderdelen buiten dienst gesteld. Enkele jaren later werd ook een einde gemaakt aan de rest van de reeks 64. De 6406, de laatste loc met enkele koplampen, werd bewaard en is teruggebracht in de originele schildering. De rest van de locomotieven werd medio jaren tachtig in Ronet verschroot.
Bewaarde exemplaren
| Nr | Eigenaar | Standplaats | Opmerkingen |
| 6406 | NMBS | Schaarbeek |
© Sicco Dierdorp
Het is verboden om de volledige tekst van deze pagina te publiceren zonder toestemming van de rechthebbende