Inleiding
Voor de lichtste rangeerwerkzaamheden wilde de NMBS gebruik gaan maken van enkele zeer lichte diesellocomotieven, in Nederland bekend onder de naam locomotoren en in het Frans onder de naam 'locotracteurs'. In 1960 werden aldus een locjes uit de catalogus van Cockerill besteld, van het uitermate succesvolle standaardtype dat zij al enige jaren voor de industrie bouwden, en nog vele jaren zouden bouwen. Van dit type werden er door heel België vele tientallen, zo niet honderden geleverd aan een keur aan bedrijven, waarvan er nog veel tot op de dag van vandaag te zien zijn. Ook de NMBS stelde er tien in dienst als type 230. Ze werden in Ronet in gebruik genomen, maar verhuisden reeds met de komst van de eerste exemplaren van de vervolgserie naar Kortrijk.
De vervolgserie bestond uit nog eens vijftig exemplaren die, net als de industrie-variant, inmiddels wat verder ontwikkeld waren. In tegenstelling tot de 230.0, werden de 230.101-230.150 geleverd door BN en ABR. Ze kwamen in dienst in Ronet, Merelbeke, Schaarbeek, St. Ghislain en Stockem. Later kwamen ze ook terecht in Kinkempois, Monceau (later Charleroi) en Antwerpen. De Kortrijkse locjes gingen administratief over naar Merelbeke, die van St. Ghislain naar Monceau en ook de exemplaren van Ronet werden herverdeeld na de sluiting van de stelplaats aldaar.
Inzet
De reeksen werden in tal van middelgrote stations gebruikt voor rangeerwerkzaamheden, met name het voorbengen van lichte reizigers- en goederentreinen. Ook het rijden van werktreintjes was al snel een belangrijke taak. In veel gevallen werden de locjes ook ingezet voor lokale goederentreinen. Zo reden de locjes van Stockem vanuit Libraimont naar bij voorbeeld Bertrix, Bastogne of via Croix-Rouge naar Virton (lijn 155). Die van St. Ghislain waren bijvoorbeeld te zien op de diverse lijntjes in de 'Borinage'.
Ombouw
In 1970 werd het type 230 vernummerd in 9001-9010, het type 230.1 kreeg de nummers 9111-9160, vooruitlopend op de samenvoeging van beide
typen. In de jaren zeventig werd, behalve de algemene aanpassingen zoals het aanbrengen van de Z-livrei en nieuwe frontseinen, de hele
serie gemoderniseerd, waarbij onder andere een nieuwe GM-motor werd ingebouwd. De reeks 90 werd met deze ombouw vernummerd in 9101-9110.
De ombouw duurde tot 1980. De eerste omgebouwde exemplaren werden voorzien van een verlengde bufferbalk om plaats te bieden aan een automatische
UIC-koppeling (automatische koppeling), waarvan het indertijd de bedoeling was dat zij allen deze zouden krijgen. Op een gegeven moment is
men met deze aanpassing gestopt. De 9116, 9126, 9129, 9130, 9133, 9135-9139, 9144, 9146-9148, 9155, 9156, 9158 en 9159 zijn de 'verlengde' 91'ers.
Zeker drie stuks hebben radiografische besturing gekregen: de 9107 en 9157 van Antwerpen en de 9117 van Charleroi .
Buitendienststelling
Door het verdwijnen van veel lokale bedieningen en rangeerwerk werd vanaf 1985 een groot deel van het bestand overgedragen aan Dienst Baan, die ze meer en meer gebruiken ging voor werktreinen. Vanaf begin jaren negentig werden bovendien enkele exemplaren geschrapt. De laatste jaren stabiliseert het bestand zich echter. Sommige exemplaren worden puur gebruikt voor verhuur aan particuliere bedrijven indien hun privé loc kapot is. Andere zijn vast in gebruik bij een bepaalde werf en de 9131 en 9147 zijn vast in gebruik als rangeerkar van de CW Salzinnes. Eind 2002 werden opnieuw vier locjes buiten dienst gesteld, waarvan de 9112 als eerste van de reeks verkocht werd. Het onderhoudsbedrijf voor goederenmaterieel Marcy/SATI in de Antwerpse havens (kaai 112) heeft deze eind november 2002, voorshands in NMBS uitvoering, in gebruik genomen. Eind 2003 besloot de dienst exploitatie van de NMBS alle 91'ers af te stoten en deels te vervangen door nieuw te leveren rail-wegvoertuigen (Unimog). Het gevolg was dat met de dienstregelingwissel van 14 december alle locs afgevoerd werden, op vooralsnog een aantal van de op dat moment elf locs van infra na. In praktijk bleven geschrapte locs nog rijden in afwachting van nieuwe Unimogs. Deze situatie stabiliseerde zich begin 2004, toen een aantal locjes weer vast opgenomen werd voor de exploitatie (deze in afwachting van de Unimogs reeks 98, die buiten 2 testexemplaren uiteindelijk niet werd aangekocht.) of als 'zwaar materieel' als werkplaatsloc. In 2005 stootte infrabel al zijn 91'ers af, enkele exemplaren werden later alsnog terug in dienst genomen als 'zwaar materieel'.
Rond 2002 wisselden de 9117 en 9130 na afvoer van eerstgenoemde van nummer (dit niet officieel), vermoedelijk omdat de 9130 zwaar defect raakte
en het gemakkelijker was de 9117 onder dat nummer weer in dienst te stellen dan een hoop administratieve handelingen uit te voeren. De in december 2003 buiten dienst
gestelde 9130 is dus feitelijk de 9117.
Bijzonder is ook de 9140, de locomotief van de infrabelwerkplaats te Bascoup. Sinds de komst van 9801 in 2010 is deze locomotief officieel buiten
dienst. Ze wordt echter nog ingezet bij defecten van de 9801 én wordt op regelmatige basis nog onderhouden!
Bewaarde exemplaren
Nr | Eigenaar | Standplaats | Opmerkingen |
9101 | TSP | Saint-Ghislain | wisselstukken |
9105 | SDP | Baasrode-Noord | |
9109 | SDP | Baasrode-Noord | |
9131 | SCM | Maldegem | |
9135 | TSP | Saint-Ghislain | |
9152 | NMBS | La Louvière |
© Sicco Dierdorp
Het is verboden om de volledige tekst van deze pagina te publiceren zonder toestemming van de rechthebbende