BFOTO
BFOTO
Index Tractiematerieel Leasinglocs Trafiek Lijnen Documenten Bfoto Links

Bekijk de Lokfiche  Bekijk de Technische fiche  Bekijk de Foto




Inleiding

Begin jaren zestig testte men vier series van zes protolocomotieven om uiteindelijk een grote serie lichte lijndiesels te bestellen. Eén van deze series waren de zes type 212. In mei 1961 leverde BN deze locomotieven aan - uiteraard - Schaarbeek af. Uiterlijk waren ze afgeleid van het type 205, maar dan vierassig en met de lichtere variant van de GM-motor. Op drie van de locomotieven, de 212.001-212.003, werden nieuwe draaistellen van Flexicoil getest, onder de overige (212.101-212.103) zaten BN-draaistellen. Al snel bleek dat de 212 een zeer geslaagde locomotief bleek, en deze reeks werd verkozen boven de rest voor serieproductie. Uiteindelijk betrof het de variant met BN-draaistellen, waarvan de serieproductie startte. In drie bouwschijven (met steeds enkele maanden pauze tussen de ene en de andere bouwschijf) van respectievelijk 35 (212.104-212.138), 40 (212.139-212.178) en 55 (212.179-212.233) stuks werden er 130 besteld. De laatste loc werd uiteindelijk in 1966 geleverd: de 212.233 was de laatste lijndiesel van de periode van ontstoming die aan de NMBS geleverd werd. Overigens verschilde de laatste bouwschijf (vanaf 212.179) van de rest plús de typen 205 en 213 doordat bij deze vanaf de levering de ventilatieroosters al verplaatst waren van naast de cabinedeuren naar het front. Bij de overige locomotieven (inclusief de 205 en 213) is dit reeds in de jaren zestig aangepast, bij de zes proto's echter pas vele jaren later.

Inzet

De eerste machines werden geleverd aan Kinkempois en Merelbeke, lopende de levering werden zo ook nieuw uitgedeeld aan Saint Ghislain, Jemelle, Ronet, Leuven, Aarschot en Kortrijk. Alsof dat nog niet genoeg was werden de eerste jaren ook overgeplaatst naar de stelplaatsen van Haine St. Pierre, Tournai, Ath, Dendermonde, Schaarbeek, Aalst en Sint Niklaas. Enkel te Kinkempois en Jemelle verdwenen ze weer ten voordelen van sterkere locomotieven met weerstandsrem voor de hellingrijke trajecten, de typen 202, 203 en 205). In de meeste gevallen betrof het dus de kleinere stelplaatsen waar de eerste diensten gereden werden, overgebleven uit het stoomtijdperk, waar ze de laatste stoomlocomotieven vervingen. Het waren deze stelplaatsen, die vanaf begin jaren zeventig geleidelijk hun deuren sloten (met name gevoed door de elektrificaties en het daardoor over langere afstand rijden van treindiensten) en bij deze gelegenheid werden de locs steeds verplaatst naar de grotere stelplaatsen in de buurt. Met de herstructurering als gevolg van het IC/IR plan van 1984 bleven alleen de stelplaatsen Merelbeke, Kortrijk, Hasselt en St. Ghislain nog over. Verder kreeg die van Kinkempois weer een klein aantal locs, puur bedoeld voor de heetijzetreinen tussen de Cockerill vestigingen van Seraing en Cheratte enerzijds en Chertal anderzijds. Tenslotte kreeg Monceau voor het eerst 62'ers voor met name de dienst op Mariembourg en Couvin, waar de dienstregeling verbeterd was. Kortrijk sloot in 1990 als volledige stelplaats, waarbij de locomotieven naar Merelbeke muteerden. Hetzelfde gebeurde met Saint Ghislain (hoewel deze stelplaats pas in 1998 volledig zijn deuren sloot), deze locs gingen naar Monceau, waar op zijn beurt de hele inventaris begin 2000 werd overgeplaatst naar Charleroi Sud. Op dat moment waren dus slechts Merelbeke, Charleroi, Kinkempois (met inmiddels wat meer diensten) en Hasselt nog over.

Livrei

De locomotieven van het type 212 kamen in dienst in dezelfde kleur als de zesassige grote broers type 205: donkergroen met twee gele sierlijnen en de omgekeerde V op het front. Buiten de zes prototypen werden echter álle serielocomotieven gelijk geleverd met dubbele frontlichten in plaats van enkele. Bij de proto's werden deze na enkele jaren ook aangebracht. In de jaren zeventig kregen een aantal 62'ers provisorische derde frontseinen voor diensten op grensbaanvakken, maar deze zijn in alle gevallen verwijderd en niet vervangen door vaste seinen zoals het type 205/reeks 55.

Met de vernummering in reeks 62 in 1971 werd de omgekeerde V weggeschilderd. Bij de meeste locomotieven werd de onderste gele band tussen de frontlichten doorgetrokken, maar bij een aantal ook niet. De drie protolocomotieven met Flexicoil-draaistellen (212.001-212.003) werden nog altijd afwijkend genummerd, nu 6391-6393. In de jaren tachtig werden BN-draaistellen van reeds verongelukte 62'ers onder deze locs geplaatst, maar hun afwijkende nummering is altijd gebleven.

Het feit dat de eerste revisie van de locomotieven pas laat in de jaren zeventig lag zorgde ervoor, dat pas laat begonnen werd met het massaal aanbrengen van de livrei 1970 op de 62'ers. Wel werd deze livrei uitgeprobeerd op de 212.195 in 1970, maar dit was door middel van stickers die na deze proeven gelijk weer verwijderd werden. Verder werd de livrei 1970 veelal door de eigenaarsstelplaatsen zelf aangebracht (alleen de grote revisies, waar de reeks nog niet aan toe was, werden in Salzinnes uitgevoerd). Dit had als gevolg dat de schildering nogal kon verschillen: afgeronde of rechte hoeken in de gele banen, een afwijkende frontschildering en dergelijk. Het belangrijkste verschil was het verschil in hoogte van de gele banen. Bij de oorspronkelijk ontworpen hoogte was geen rekening gehouden met de grotere viercijferige nummer. Bij een groot aantal machines had dit tot gevolg dat er op het front nauwelijks nog plaats was voor het locnummer. Dit werd dan opgelost door bij voorbeeld de middelste, dunne, gele band te onderbreken voor het nummer, of de nummers in een aanmerkelijk kleiner lettertype aan te brengen. Verder loste juist CW Salzinnes het op door de hele schildering aan te passen, zodat er ruimte was voor de grote nummers, terwijl de stelplaatsen zich vaak aan het oorspronkelijke ontwerp hielden. Al met al ontstonden er veel varianten op de schildering. In algemeenheid was het als volgt (kleine afwijkingen buiten beschouwing gelaten):

Oorspronkelijk plan met onderbroken gele band:
6211, 6212, 6248, 6249, 6254, 6256, 6257, 6258, 6262, 6263, 6264, 6265, 6266, 6269, 6270, 6271, 6272, 6273, 6277, 6302, 6312, 6313, 6325 en 6328

Oorspronkelijk plan met normale nummers:
6261

Oorspronkelijk plan met kleine nummers:
6211, 6218, 6224, 6231, 6234, 6282*, 6286, 6287, 6290, 6292, 6296, 6298, 6303, 6309, 6311, 6316, 6319 en 6322*

Aangepaste livrei 1970 ("Salzinnes"):
6206, 6219, 6223, 6231, 6235, 6237, 6247, 6251, 6253, 6260, 6261, 6268, 6274, 6281, 6284, 6293, 6296, 6297, 6304, 6307, 6315, 6316, 6324, 6329, 6330, 6331 en 6391

In het geval van doublures hebben de betreffende locs beide varianten gekend...
* "Santa-Fé" lettertype

Deze verscheidenheid werd nog erger, toen besloten werd uit kostenoverwegingen van een aantal locomotieven alleen de frontschildering aan te passen aan de nieuwe zichtbaarheidsschildering 1970, en de zijkanten origineel te laten. Immers, de verf was bij veel locomotieven nog vers genoeg. Deze schildering stond bekend als 'tussenschildering' of óvergangslivrei'. Negentien locs hadden deze afwijking, de: 6240, 6241, 6245, 6246, 6255, 62621, 6264, 6265, 6267, 6274, 6279, 6283, 6289, 6310, 6323, 6324, 6329, 6332 en 6391. Onder hen een aantal locs die later nog de volledige livrei 1970 kregen (en dus maar kort de tussenschildering gekend hebben), de meeste echter werden erna meteen geel. Ook van deze schildering bestonden weer een aantal varianten, bij de 6241, 6246 en 6264 was de overgang van de onderste gele band naar het front smaller, bij de 6241, 6255 en 6265 was de middelste gele band op het front niet verbonden met de bovenste en bij de 6265 was die middelste gele band deels en bij de 6310 zelfs helemaal onderbroken voor het nummer (waarmee de zichtbaarheid dus neerkwam op de originele groene variant...).

Bij de livrei 1976, de geelgroene livrei, liep men opnieuw achter dezelfde feiten aan. Slechts een klein aantal 62'ers was toevallig snel aan de beurt, maar heel erg veel locomotieven bleven nog erg lang groen, tot ver in de jaren tachtig en negentig. Samen met het feit dat niet altijd locomotieven in de jongste kleurstelling geleverd werden, maakte dat de reeks nogal kleurrijk. Helaas zijn in de jaren negentig nog veel groene locomotieven uiteindelijk toch nog geel geschilderd. Pas op het einde werd dat beleid anders en werd zelfs de gele 6256 weer terug groen (livrei 1970) geschilderd door de stelplaats van Merelbeke. Ook de 6219 in livrei 1970 werd opnieuw in deze kleurstelling geschilderd, zij het met een wat afwijkende belijning op zijkant en op het front (dit overigens net als de 6256). De 6244, die nog altijd in de originele oudgroene kleur reed, werd tevens opnieuw in die kleurstelling geschilderd. Heel recentelijk werd de 6289, laatste loc in de 'tussenschildering' geschilderd zonder van livrei te veranderen. Tenslotte rijden de 6273 (livrei 1970) en 6314 (origineel groen) nog altijd in deze kleurstelling. De rest is geel.

De blauwe 62'er

In navolging van het succes met de verbouwde locs reeks 55 werd besloten in 1982 om ook van de reeksen 60 en 62 een loc op proef te voorzien van mogelijkheden rijtuigen elektrisch te voeden. Er werd gekozen voor de 6005 en 6215. Deze laatste werd begin 1983 afgeleverd in de fraaie zeeblauwe kleur met brede gele band die van de 55'ers bekend was. De loc werd in West-Vlaanderen ingezet voor speciale treinen met enkele elektrisch te voeden rijtuigen, zoals bedevaarttreinen. Helaas zorgde de aansturing van de generator voor elektrische voeding voor een belangrijke teruggang in effectief vermogen, hetgeen zich bij de lichtere 62 ernstiger deed voelen in verhouding tot de sterkere 55'ers. Steevast moest van ook een tweede 62'ers meerijden voor extra trekkracht, en daarmee was het voordeel ten opzichte van de bestaande energiewagens nihil. Op het einde reed de 6215 nog enkele maanden mee vanuit Kinkempois in de IR dienst naar Luxemburg met de blauwe 55'ers, maar in 1993 kwam de loc gestandaardiseerd - en geel - weer terug op de baan. Bijna had de 6215 helemaal niet meer bestaan, want na een ernstige aanrijding te Kinkempois stond de loc langere tijd buiten dienst, gelukkig werd deze eind 2000 alsnog hersteld afgeleverd.

Aanpassingen

In de jaren tachtig en negentig is bij revisies de elektrische installatie van de meeste 62'ers vernieuwd. Tevens werd daarbij de vulmond van de dieseltank verplaatst van naast de motordeur naar een milieuvriendelijkere plek op de benzinetank zelf. Slechts een handvol 62'ers (waaronder alle zes de protolocomotieven) is nooit aangepast wat dat betreft. Deze zóuden in 2001 of 2002 afgevoerd worden, maar inmiddels is besloten dat ook zij nog even mogen blijven rijden.
Eind jaren negentig werd een klein aantal 62'ers van de stelplaats van Monceau (nu Charleroi) op proef uitgerust met wielkranssmeerders (wielflenssmeerders), welke geconcentreerd werden op de lijn naar Couvin.

Vroegtijdige afvoer

Omdat de 62'ers voor een heel groot deel in de reizigerdienst zijn blijven rijden, werden van veel minder locomotieven dan van andere reeksen de stoomverwarmingsketels buiten gebruik gesteld vanaf 1989/1990. Pas met de elektrificatie van lijnen als die naar De Panne en Quiévrain, de overheveling van een aantal machines naar infrastructuur en zeker recentelijk de komst van reeks 41, zijn meer en meer locomotieven uit de reizigersdienst gehaald. Al deze locomotieven zonder of met buiten dienst gestelde stoomketel zijn uiteraard herkenbaar door het punt voor het locnummer. Per 1 januari 2003 werden ook van het laatste dertigtal 62'ers de ketels buiten dienst gesteld.

Tot nu toe zijn voornamelijk enkel na ongevallen locomotieven afgevoerd. Twee locomotieven werden reeds vóór de vernummering van 1971 geschrapt, zodat deze nummers in het viercijferige systeem altijd onbenut zijn gebleven. Achtereenvolgens werden de volgende locomotieven afgevoerd na ongevallen:

212.108 Na ontporing (loc was aan de rol geraakt) tussen Sart-lez-Spa en Géronstère, waarbij de loc tien meter naar beneden stortte, op 30 december 1968.
212.159 Na brand in Kennedytunnel, augustus 1970
6226 Na zware botsing Merelbeke, 14 januari 1981.
6310 Na botsing Mouscron, mei 1983.
6239 Na zware botsing te Ath, 8 december 1983.
6308 Na botsing met 5191 te Hasselt, 3 augustus 1984.
6209+6232 Na onderlinge aanrijding te St. Niklaas op 30 januari 1985.
6332 Na botsing Lodelinsart, 22 april 1985.
6280 Onbekend (na aanrijding).
6318 Na vernield te zijn door bomenknipper (1991)
6265 Na overwegbotsing Leupegen, 18 juli 1992.
6279 Na botsing Boeghout 25 juni 1995.
6300 Na botsing Gent Zeehaven, 13 maart 1996.
6333 Na botsing met 6322 te Zelzate, 21 november 1997.
6206 na zware aanrijding met convoi exceptionel te Ronse op 28 maart 1998.
6290 Na botsing te Feluy-Zoning, 18 augustus 1998.
6205 Na botsing Merelbeke, 22 maart 2000.
6233 Na overwegaanrijding Ronse, 4 december 2000.

De 6258, 6270, 6272, 6276, bovengenoemde 6318 en de 6327 werden geschrapt op 1 juni 1995, toen vanwege onder andere de elektrificatie van de lijn naar Quiévrain enkele locs gemist werden, en besloten werd een aantal reeds enkele jaren met botsschade of een uitgebrande ongemoderniseerde elektrische installatie te schrappen. De 6321, 6325 en de drie proto's 6391-6393 werden in 1999 verkocht aan de Nederlandse privé vervoerder ACTS, waar zij als 6701-6705 in dienst kwamen in een paarsblauwe (voor de 6701 zwarte) kleur. In 2002 raakten de 6703, 6705 en 6704 bij aanrijdingen beschadigd, de 6704 zelfs zo erg dat deze voor sloop werd afgevoerd. Ter vervanging werden de 6220, 6237 en 6304 van Merelbeke verhuurd aan ACTS. In de weken erna werden deze gedeeltelijk omgeruild voor andere.

TBL 2

Met de bouw van lijn 2 (Leuven - Ans) was er nood aan enkele diesellocomotieven die men kon gebruiken voor onderhouds en evactuatieritten op deze hogesnelheidslijn. Doordat er op lijn 2 het gloednieuwe veiligheidssysteem TBL 2 werd geïnstalleerd, was er nood aan enkele aangepaste diesellocomotieven. De keuze viel op 4 stuks van de reeks 62, dankzij de levering van reeks 41 had men immers enkele locomotieven op overschot. Op 9 november 2002 kwam de 6227 in dienst, later gevolgd door de 6225, 6313 en 6324.
Voor de diensten op lijn 2 werden de locomotieven uiterlijk verfraaid met een Scharfenberg-koppeling, een derde koplamp, extra roosters op de zijkant en uiteraard het TBL2 opschrift onder hun nummer. De locomotieven werden ingezet vanuit depot Kinkempois
Uit besparingsoverwegingen schrapte B-technics deze subreeks op 31/12/2013. Indien er depannageritten plaatsvinden op lijn 2 kan er gebruik gemaakt worden van een 18'er of in uiterste nood van een 77'er die stand-by staan te Liège-Guillemins

Terugtrekking uit commerciële dienst

In 1994 werd voor het eerst een lot locomotieven afgestaan aan het departement Infrastructuur (het oude Dienst Baan). Deze locomotieven bleven gewoon in dienst vanuit de eigenaarsstelplaats, maar werden ingezet door de plaatselijke infra-afdeling met eigen machinisten en veelal ook een eigen depot. De afgelopen jaren zijn steeds meer locomotieven die weg gegaan. Op 1 juli 2002 waren liefst 33 62'ers onder dak bij Infra, verdeeld over dezelfde vier stelplaatsen als de reguliere 62'ers met elf stuks te Charleroi Sud, acht te Kinkempois, vier te Hasselt en tien te Merelbeke. In praktijk worden de infra-locomotieven vaak langere tijd ingezet vanuit andere bases, kleinere loodsen in het land (vaak ex stelplaatsen). Zo worden locs van Charleroi bij voorbeeld ook ingezet vanuit Mons en Ath, van Kinkempois vanuit Angleur en Ronet, Hasselt vanuit Leuven en Lier en Merelbeke vanuit Brugge en Kortrijk.
Korte tijd zijn ook enkele 62'ers weggegeven geweest aan TUC-Rail, het bedrijf van (onder andere) de NMBS dat de hogesnelheidslijn 1 Brussel-Lille aanlegde. Van 1995 tot 1997 waren de 6203, 6246, 6250, 6251, 6255, 6257, 6262, 6269, 6283, 6305, 6314, 6316 en 6320 van TUC-rail, daarna ging het gros van hen naar infra.

Door de massale verdringing uit de reizigersdienst zijn de 62'ers de rond de eeuwwisseling meer verdreven richting de goederendienst, een terrein waarop ze een groot deel van hun loopbaan relatief ondervertegenwoordigd waren. Met de massale vervanging van getrokken reizigerstreinen door reeks 41 in 2001 en 2002 is de goederendienst zelfs de belangrijkste taak geworden. Dit leek aanvankelijk geenszins een degradatie van de reeks, want B Cargo sprak de wens uit de reeks tot 2008 zoveel mogelijk intact te houden. De schrapping zou daarna plaats moeten vinden.

Per 15 december 2002 werden voor het eerst 62'ers overgeplaatst naar de stelplaats van Antwerpen. Zij vervangen daar 51'ers. Tevens is weer een loot locs overgeheveld naar Infra. Met ingang van de zomerdienst 2003 werden, tegen eerdere afspraken - maar niet tegen de verwachting - in, de eerste locs planmatig afgevoerd: de 6234 van Antwerpen en 6293 van Kinkempois. Opnieuw werd een deel overgeheveld naar Infra. In Charleroi is het aantal 62'ers dermate geminimaliseerd dat er af en toe locs van Merelbeke voor langere tijd gehuurd zijn (zoals proto 6202 en de groene 6219).

In september 2003 werd voor het eerst een hele vloot locs (6217-6220, 6222, 6228, 6238 en 6284) aan de kant gezet, voorlopig in parc in afwachting van afvoer. Voor deze locs (uitgezonderd de 6220, 6238 en 6284, hoewel deze laatste aanvankelijk weer in dienst zou komen ter vervanging van de ernstig defect geraakte 6245 en hiertoe wel nog naar Merelbeke werd overgebracht) kwam het echter niet tot afvoer en de rest werd per 13 december 2003 naar infra overgeplaatst, samen met de 6213, 6214, 6251, 6255, 6261, 6267, 6271 en 6285. Daarvoor in de plaats gingen op die dag de infra-locs 6220, 6230, 6240, 6266, 6273, 6286, 6287, 6289, 6301, 6303, 6307, 6314 en 6322 aan de kant, samen met de 6211 en de reeds aan de kant staande 6238, 6245 en 6298. Hiermee is het aantal groene locs gereduceerd tot drie, de 6219 van infra en de 6244 en 6256 voor exploitatie, alle drie in Merelbeke. Ook op 13 december werd een groot aantal locs herverdeeld, waarbij Antwerpen - zoals verwacht - alle locs verloor, uitgezonderd de aldaar voor infra aanwezige exemplaren.

Op 1 maart 2004 werd de 6302, die even voordien een lichte aanrijding had, aan de kant gezet. De locomotief werd opgeknapt door Locorem en verkocht aan Italië. Ook de 6252 volgde wegens ernstige defecten. Vanwege deze laatste werd de 6238 3 dagen later toch terug in dienst gesteld.
Dankzij de nieuwe dienstregeling op 13 juni werden de 6204, 6221, 6244, 6246, 6250, 6253, 6254, 6256, 6260, 6268, 6277, 6281, 6283, 6294, 6296, 6297, 6299, 6315 en 6331. in park geplaatst. De overige 17 nog in dienst zijnde locomotieven reden vanaf deze datum enkel nog reservediensten voor de stelplaatsen Merelbeke, Kinkempois en Monceau. Op 13 juni werd bij dienst infra de 6307 terug in dienst geplaatst ter vervanging van de 6248.
Ten gevolge van een zware aanrijding werden de infra-locs 6248 en 6326 door een stootblok gekatapulteerd in Lier, de locomotieven waren zwaar beschadigd en afgevoerd op 2 juli 2004 ten voordele van de 6292 en 6295 die op het afvoer-lijstje stonden. In november volgde de 6269 die een aanrijding had in Kinkempois.

Op 12 december 2004 werd de omloop van reeks 62 in de goederendienst officieel beëindigd. De 6210, 6212, 6216, 6229, 6231, 6236, 6262, 6263, 6264, 6288 en 6319 werden in park gezet. Toch was het niet al kommer en kwel voor reeks 62, op dezelfde dag werden immers de reeds aan de kant gestelde 6204, 6221, 6244 (groen!) , 6246, 6250, 6253, 6254, 6256 (groen!), 6260, 6268, 6277, 6281, 9283, 6294, 6296, 6297, 6299, 6315 en 6331 terug in dienst genomen voor de rekening van Tuc-Rail. Men had immers extra locomotieven nodig voor de aanleg van lijn 3 én lijn 4.

Er waren nog maar 6 62'ers (6212, 6231, 6236, 6262, 6263 en 6264) over bij B-cargo die vanaf januari 2005 amper nog in dienst kwamen. De 6306, die nog steeds over een stoomketel beschikte was de laatste normale 62'er die ten dienste van directie treinen blijft staan. Dit in afwachting van de overdraging naar het NMBS patrimonium.
Op 20 februari 2005 volgde de zoveelste wissel bij infrabel de 6224, 6235 en 6307 werden buiten dienst gesteld en de 6210, 6212, 6216, 6229, 6231, 6262, 6263, 6288 en 6319 kwamen terug in dienst als infra-loc. In de zomerperiode werd 6264 omgebouwd tot ETCS-loc om testritten te kunnen uitvoeren op de in aanbouw zijnde lijnen 3 & 4. Eind december was de ombouw compleet.

Begin 2006 kwam de 6236 toch terug in commerciële goederendienst. Samen met de 6306 en 5507! werden zij actief in de 77 omloop te Hasselt. In augustus 2006 was het écht defnitief gedaan met reeks 62 in de goederendienst. De 6236 werd nogmaals overgedragen aan Infrabel, en de 6306 vind haar weg naar het historisch patrimonium.

Infrabel verzorgt zijn 62'ers, en begin 2007 verliet de net gereviseerde 6278 in een nieuw jasje met grote Infrabel logo's de werkplaatst. Bij Tuc-Rail waren ze iets minder geliefd, in december werden de 6204, 6221, 6246, 6253, 6254, 6256, 6260, 6268, 6277, 6281, 6283, 6294 en 6299 buiten dienst gesteld. Ze waren overbodig geworden door de voltooiing van lijn 3 en 4.
In december 2008 werd de 6244 van Tuc-rail in park gesteld, begin 2009 volgden de 6296, 6297. En in 2010 volgden de laatste 3 Tuc-rail 62'ers: 6250, 6315 en 6331. De 6246, 6253, 6254, 6256, 6260, 6283 en 6299 werden in de jaren hierna terug in dienst genomen door Infrabel. Rond eind 2011, begin 2012 werden de 6244, 6250, 6296, 6297, 6315 en 6331 terug in dienst genomen door Tuc-Rail. Dankzij de aanleg van onder andere de Liefkenhoekverbinding was er immers extra tractiemateriaal nodig.

In 2010 werd bekend dat Infrabel dermate tevreden is over reeks 62, dat men mogelijk wilt overgaan tot een volledige revisie van de reeks zodat deze nog 15-20 jaar kunnen meegaan! Als proef werd de 6255 gereviseerd. Naast een afgrijselijke blauwe livrei werd ze ook voorzien van TBL1+, een airco-installatie en GSM-r. De test bleek een succes en in een sneltempo volgden de andere 62'ers van Infrabel. In 2014 verlieten zelfs 2 62'ers van Tuc-Rail de werkplaats van Salzinnes, tegen elke verwachting in werden deze exemplaren ook uitgerust met het Infrabel-logo.

Met de aankoop van reeks 77 als infrabel locomotief in december 2015 stond het bestand van de nog niet gemoderniseerde 62'ers onder druk. In april 2016 stelde men de 6215, 6218, 6223 en 6323 in park. Terzelfde tijd daalde het aantal gemoderniseerde 62'ers plots sterk. Van 7 exeplaren in 2014 en 11 exemplaren in 2015 ging het naar 3 gemoderniseerde exemplaren in 2016 en 2017.
In 2018 kwam er terug schot in de zaak. Niet alleen kwam de in park gestelde 6223 terug ,gemoderniseerd, in dienst. Ook kwamen de gemoderniseerde 62'ers plots buiten de werkplaats met een derde koplamp.
Een vreemd verhaal is de modernisering van de 6285. In juli 2017 ging deze Salzinnes binnen voor moderniseringswerken, op 01/12/2017 werd ze afgeleverd met een nieuw livrei en een afgedekte derde koplamp. Op 14 december 2017 ging ze terug Salzinnes. Deze maal diende de 6285 binnen te komen als testlocomotief om ETCS te installeren in reeks 62. Uitwendig kreeg ze een derde koplamp. Werden de 2 middelste witte koplampen afgedekt met een plaat en werden de rode koplampen vervangen door tweekleurige LED's!
Het is de bedoeling dat alle reeds gemoderniseerde 62'ers terug naar Salzinnes komen voor de installatie van ETCS en de derde koplamp. Vanaf half 2019 zouden de gemoderniseerde 62'ers standaard met ETCS en 3 koplampen worden afgeleverd.

Bewaarde exemplaren

 
Nr Eigenaar Standplaats Opmerkingen
 
6219 Infrabel Baasrode-Noord Bruikleen bij SDP
6266 TSP Saint-Ghislain
6289 TSP Saint-Ghislain
6306 NMBS Antwerpen


Het is verboden om de volledige tekst van deze pagina te publiceren zonder toestemming van de rechthebbende